
Binnen krioelt het van de mensen. Ik haat deze toeristen Albert Heijn. Na tien bijna-botsingen met verdwaasde of gedrogeerde stadsbezoekers heb ik mijn oude vertrouwde Rijst Tikke Massala gevonden.
Op naar de kassa. Voorbij de kratten bier word ik opgehouden door een man. Mager, stinkend, vermoedelijk dakloos. Hij heeft een blik bier in zijn handen. Het allergoedkoopste bier. Een halve liter. "Heb je wat geld voor me?" Ik kijk hem verbaasd aan. Meent hij dit nou serieus?
De beste man heeft het benodigde bedrag voor zijn blik bier schijnbaar nog niet bij elkaar verzameld. Meestal gaat het andersom: eerst bedelen, dan bier halen. Deze man heeft de volgorde omgegooid. "Maar je gaat er bier van kopen. Ik ga je bier niet betalen!"
Ik loop door.
Aan de kassa zie ik hem de volgende klant alweer aanspreken.
Ik blijf verbaasd.
Maar ik ben wel getroffen door zijn eerlijkheid.