Zo kreeg ik wel jaarlijks een bon tijdens de grote ‘fietslichtcontrole’ maar had ik de eer om op een ochtend mijn fiets totaal in elkaar gestampt voor de deur aan te treffen. Politie, bedankt. Voor de bon weet je me te vinden, maar waar is de surveillance als vandalen in de nachtelijke uren besluiten mijn fiets tot sloopijzer om te zetten?
Nergens.
Inmiddels is mijn beeld totaal veranderd. Ik houd van de politie. En heb groot respect voor ze. Door intensief met de politie samen te werken zie ik alle facetten van het politiewerk. Het werk is zeer uiteenlopend, heeft veel sociale aspecten en is niet alleen gericht op handhaving zoals bonnenschrijverij en (te) snel rijdende auto’s scannen.
In het begin van mijn GGD loopbaan mocht ik mij meermaals verbazen over het grote hulpverleningsaspect van de politie. Aangezien ik ze alleen zie als ik een bon voor een overtreding krijg, sta je hier totaal niet bij stil.
Zo word iedereen die in een te dronken of te gedrogeerde toestand voor apegapen op straat ligt, binnengehaald. En dan ook echt iedereen. Ligt u op een plein, in een park of op de stoep voor pampus. De politie neemt u mee. Voor uw veiligheid. Kunt u niet meer lopen? De politie tilt u eigenhandig het bureau binnen. Blijkt u verlegen te zitten om een dak boven uw hoofd, of heeft u medische of psychische hulp nodig te hebben? De politie belt de juiste hulpverlener die u in de cel op komt zoeken en – zo nodig – een hulpverleningstraject start. Ja, dit betekent wel dat u in een cel verblijft. Maar niet omdat u een boef bent. Omdat de politie en de overheid zich over u ontfermt.
Zit u in de cel, dan wordt er voor u gezorgd. Misschien niet binnen 10 seconde nadat u op het belletje heeft gedrukt, want de politie moet veel werk met weinig mensen verzetten. Maar u krijgt regelmatig wat te drinken aangeboden. Velen bieden ook nog een luisterend oor als u verdrietig, boos of depressief bent en dat graag wil ventileren. De politie brengt vaak meer begrip voor je op als je dronken in je cel staat te gillen dan dat je buren, vrienden of familie zouden doen.
En zo zou ik wel eindeloos door kunnen gaan over de agenten die als een van de eersten staan te reanimeren als je 112 belt, die nabestaanden opvangen na een onverwacht overlijden en ze – letterlijk – op hun schouders laten uithuilen, die verwarde mensen – vaak behoeftig aan wandelingen midden op grote kruispunten of over spoorwegen – van straat halen en daarmee echt redden, die mensen – met het strop om hun nek – soms nog op tijd kunnen behoeden voor hun zelfgekozen dood, die eindeloos doorgaan, zich liever helemaal nooit ziek melden en zonder morren op een melding vijf minuten voor het eind van hun dienst afgaan i.p.v. hem aan collega’s van de volgende dienst over te dragen.
Agenten die ook niet zo gelukkig worden van eindeloos bonnen schrijven om een bepaald quotum te behalen. Agenten die ook liever met meer mankracht in de nacht hun werk deden om met meer blauw op straat goed te kunnen surveilleren.
Ik kan eindeloos door blijven gaan.
Maar dat doe ik niet.
Ik zeg: Politie, BEDANKT!
Twee blogs die het lezen over dit onderwerp zeker waard zijn
Annika: het leven van de politieagent
Wijkagent Bennekom: afzeikcultuur