De routine sluipt erin. Snel. Misschien wel te snel. Samen met de politie. Bij een onbekend lichaam. Een individu zonder naam. Zonder stem. Vaak weet ik pas om wie het gaat als ik een identificatiekaart vind. Ik kijk. Vergelijk. Was jij nou echt diegene die ik op die pasfoto zie? Vaak herken ik je niet meteen. Het leven heeft je duidelijk verlaten.
Meestal ontmoet ik je nabestaanden niet. Een enkele keer wel. Zo vergeet ik nooit die jonge anesthesie-assistent. Levensmoe. Nog voor het leven echt was begonnen. Gevonden door zijn vriend. Hij was niet totaal verrast, wel hevig ontsteld. Je was al lange tijd levensmoe.
Terwijl ik je jonge lijf in je slaapkamer onderzoek - onder toeziend oog van twee rechercheurs - hoor ik geluiden in de ruimte naast ons. Deuren openen en sluiten. Voetstappen. Mensen druppelen binnen. Ik ga verder met mijn werk.
Dan opeens een schreeuw. Een intense schreeuw. Hij gaat door merg en been. Ik schrik op en kijk naar de rechercheurs. De deur van de slaapkamer gaat op een kier. Een ruimte vol nabestaanden. Pratend, huilend, ontredderd. Het schreeuwen wordt huilen. Ik kijk snel weg. Ik slik heel diep. Even diep doorademen. Tranen inhouden. Vanuit mijn ooghoek spiek ik snel even in de richting van de rechercheurs. Ze kijken ontzet.
Mijn werk zit erop. Terwijl ik de formaliteiten met de recherche afhandel, glijden mijn ogen af en toe in de richting van de kamer met nabestaanden. Mijn hart in mijn keel. De huilende, bijna kermende, vrouw blijkt de moeder van de jonge man te zijn. Ik doe mijn best om niet mee te huilen.
Het lukt.
Ditmaal hoef ik de familie niet te woord te staan. De politie vangt de familie op. Ik pak mijn tas en loop in de richting van de deur. De rechercheurs begeleiden me naar buiten.
Ik loop voorbij de ‘familiekamer’. Ik minder vaart. Een grote brede brigadier spreekt troostende woorden. Tegen de familie. Tegen de moeder. Tegen de vriend. De moeder blijft onophoudelijk snikken. Hij slaat zijn armen om de kleine tengere vrouw. Ze verdwijnt helemaal in hem. Een bijzondere verstrengeling.
Ik loop naar mijn auto.
Getroost.
Door een grote brede brigadier.
CSI dokter schreef deze blog als reactie op de de blog 'de pizza en de dood' van Chris Klomp. *gratis verplichte leestip*