Zo af en toe word ik bij zedenzaken geroepen. Meestal vraagt de politie me om een zedenonderzoek te verrichten. Bij een zedenonderzoek probeer ik zo veel mogelijk sporen veilig te stellen in het kader van de strafzaak. Een standaard zedenonderzoek verloopt volgens een redelijk vast stramien. Onder begeleiding van de zedenpolitie. In een speciale ruimte.
Deze keer krijg ik wel een heel bijzonder verzoek. Of ik wil komen kijken of het verhaal van de beschuldigende minnares klopt. Ze beweert hem in de penis gebeten te hebben tijdens gedwongen orale seks. Aanwijzingen voor bijtwonden in of rondom de penis zouden haar verhaal kunnen ondersteunen.
Ik kom naar het bureau dat me gebeld heeft. Ik vraag of ze hun ‘plan’ om mij te laten kijken met de verdachte besproken hebben. Dat is het geval. Hij zou ingestemd hebben.
Ik loop naar de cel. Ik leg de man uit dat ik de arts ben en gevraagd ben om te kijken of er letsel in zijn schaamstreek waarneembaar is. Zonder problemen laat hij zijn broek zakken. Ik kijk goed maar kan geen enkele bijtwond vinden. Geen ‘hapjes’ uit de penis. Ik stel de politie op de hoogte van mijn bevindingen.
De zaak lijkt met een sisser af te lopen. De politie had al het vermoeden dat ze niet met een zedenmisdrijf – maar met ‘ordinaire’ ruzie tussen twee geliefden te maken hadden.
De man zou niet de eerste zijn die onterecht beschuldigd werd door een vrouw…