Tussen de meldingen door verplaats ik me met mijn dienstauto van lokatie naar lokatie. Van politiebureau, gevangenis, daklozenopvang, privewoning tot openbare plekken waar justitie mijn aanwezigheid verzoekt. Terwijl ik mij van de ene naar de andere bijzondere plek beweeg, dein ik mee op de bewegingen van de stad.
Zo rijd ik soms op zondagmiddag in een fuik van auto's op de ringweg, bemand met vele mannen, en blijk ik opeens tussen de vertrekkers van een Ajax thuiswedstrijd te zijn beland. Of sta ik 's nachts onverwacht stil bij de RAI wegens de uitstroom van een groot dance-evenement. Met vlagen nemen de buitenlandse nummerborden van de mij omringende auto's een enorme vlucht, een teken dat een belangrijke schoolvakantie in desbetreffend buitenland is aangebroken. Al rijdend ben ik regelmatig getuige van beginnende opstootjes, samenscholingen, kleine ongelukken en onwelwordingen. De vele waargenomen ongeregeldheden geef ik door aan de meldkamer van de politie, opdat zij snel actie kunnen ondernemen.
Eenmaal aangekomen op plaats van bestemming ga ik aan de slag.
Ik verlaat mijn auto en de romantiek van een leven op de weg.
Om er bij mijn volgende melding weer volledig in te duiken.