In zijn papieren zie ik dat hij met schizofrenie gediagnosticeerd is. Om de ziekte enigszins onder bedwang te houden, krijgt hij een antipsychoticum. “Hoe gaat het met u?” vraag ik de beste man. “Goed, behalve de stem die ik hoor. Ik word gek van haar, van de Djinn. Ze zegt hele vervelende dingen over me.”
Behalve het horen van de stem van de vrouw, gaat het goed. Geen klachten, lichamelijk in orde. Hij kan me ook zelf vertellen dat hij schizofreen is en daarvoor pillen heeft. Toch vindt hij de Djinn heel vervelend. Ze vertrekt zodra er iemand de cel ingaat, maar zodra de bezoeker vertrekt komt de Djinn weer terug. Hij heeft echter een effectieve oplossing voor zijn probleem gevonden: zolang hij hardop zingt, is de Djinn er niet. Hij kan er de Djinn mee wegjagen.
Zijn verhaal verklaart zijn overlast. “Ik kan het me goed voorstellen dat u helemaal gek van de Djinn wordt. Fijn dat u de Djinn zo weg kunt jagen.” De man knikt instemmend. Ik vraag of ik nog iets voor hem kan betekenen. Nee, dat niet, hij heeft op dit moment niets nodig. Wel zou hij willen dat de Djinn voor altijd weggaat. Ik leg uit dat ik het begrijp, maar dat ik ook geen goede middelen heb om zijn Djinn weg te jagen.
De politie leg ik de reden van zijn onophoudelijk gezang uit. We besluiten samen om de man in een cel ver van de andere ‘bemande’ cellen te plaatsen, zodat de rest gewoon rustig kan slapen zodra de nacht invalt. En de man door kan zingen om zijn boze geest te verjagen.
Ik vertrek en ben blij dat we het ‘probleem’ zo eenvoudig hebben kunnen oplossen.
Je zou maar continu door een Djinn geplaagd worden…..
Ik moet er niet aan denken.
Krantenartikel in Trouw over bezetenheid door Djinns
Artikel Nederlands Tijdschrift van Geneeskunde
over hallucinaties toegedicht aan Djinns

hallucinaties_djinns.pdf |